zondag 19 oktober 2014



De nacht is een atelier

wat koopt u?

In cijfers: ruim 280 pagina's poëzie en dat wil zeggen 182 gedichten in allerlei vormen, vrije vers, sonnetten, kwatrijnen, enz. Er is ook één strikt geklonken ballade bij. Het zijn gedichten over taal (dat is mijn eigen ei), expressie in neoromantiek, maar ook over reizen, liefde en erotiek en er zijn gedichten van en vanaf Curaçao. Ik schreef over tijd en seizoenen en het speelse verlangen van het formuleren. Het is een serieuze mix van verzen zonder altijd diepe ernst te beproeven.

 U treft hierin een negental series van kleingedichten, -gedachten en aforismen aan. Ik heb in deze bundel ook vijf opstellen geschreven die mijn idee over poëzie weergeven. In de bundel zijn ruim 30 foto’s opgenomen als illustratie van het gezegde.



Wat is het wezen van taal en hoe vergaat het mij als ik hieraan toegeef? Het begin van álles is immers het woord. Het is de diepe oorzaak voor verwondering. De taal schiep de mens en niet andersom. Waarom dat zo is, leest u in deze bundel.

Hij is te verkrijgen via de boekhandel of via de verdelers op internet.

Willem van Lit
De nacht is een atelier
21,95 euro
oktober 2014
Free Musketeers Zoetermeer
ISBN 9789048435371


zondag 12 oktober 2014



Intercity

De stilte wisselt
als een drukverschil,
terwijl hij ongehinderd
over naden dendert,
ver het duister in.

Links en rechts onzichtbaar
gaapt het onverschillig
water, ijskoud raast
de lezer langs de binten,
draaglijk in beslotenheid.

De ramen glazen
in den blinde,
spiegelen de verslagenheid,
het licht dat
uit de haak geslagen
neervalt in een interieur
dat onverstoorbaar staat.

Kilometers diepte
pagina’s ongebonden
aandacht. De lezer
klokt gestelpt de regels.

woensdag 8 oktober 2014



Het gedicht dat de naam aan de bundel heeft gegeven, die in oktober 2014 uit komt

De nacht is een atelier

Als de anderen slapen,
ga ik schrijven.
Ik heb een houten hand
waarin de pen gehoekt
de wind probeert te imiteren,
door net als hij in struiken af en aan
met afwezigen fluisterend te praten.

Ik ben een vluchtig wezen,
alleen, maar trouw
met woorden aan die weinigen.

Lees me: ik schreef je af en aan
terwijl je sliep.


donderdag 14 augustus 2014

"Cariben laten we het onmogelijke vragen" in De Ware Tijd Literair









Zaterdag 16 augustus 2014 zal Els Moor in De Ware Tijd Literair een bespreking wijden aan mijn boek "Cariben laten we het onmogelijke vragen"

Hebzucht en arrogantie tegenover woede en schaamte

Overal in de wereld vinden we hebzucht en arrogantie van mensen met geld en macht tegenover woede en schaamte van de minder bedeelden die, met name in landen waar slavernij een rol gespeeld heeft, vaak verstoorde relaties hebben met bazen en andere hoger geplaatsten. De Nederlander Willem van Lit heeft op Curaçao gewoond en gewerkt, eerst als marineofficier en later als organisatieadviseur. Hij houdt van de schoonheid van de natuur op de Nederlandse Antillen en is anderzijds geschokt door de vele verstoorde relaties tussen witte en zwarte mensen, tussen hen die zich Nederlander voelen en die zich beschouwen als Curaçaoënaar, tussen leidinggevenden - vooral ook politici - en hun ondergeschikten.

De conflicten op Curaçao laaien nu weer op, nu de moord op de links populistische politicus Helmin Wiels van 20 mei 2013 weer volop in de actualiteit staat in verband met de schuldvraag. In september 2012 werd de toenmalige regering afgezet. Deze en andere zaken komen voort uit ‘onbehagen’, een begrip dat centraal staat in het boek ‘Cariben, laten we het onmogelijke vragen’ dat Van Lit schreef en in eigen beheer uitgaf in 2013. Het is zijn derde boek over de Nederlands-Antilliaanse situatie. In het laatste hoofdstuk, ‘Verdraagzaamheid, een programma voor vrijheid’, werkt hij toe naar tolerantie en van daaruit naar vrijheid. Daarmee zou de barrière van schuld en schaamte doorbroken kunnen worden.

Om antwoorden te krijgen op zijn vragen over de situatie in de Cariben, maakt Van Lit grote wereldreizen in de wetenschap, filosofie en literatuur. Dat is goed: de kleine eilanden met dito bevolking maken deel uit van de wereld. Wat daar gebeurt, gebeurt in de hele wereld sinds bij de verschillende volken het kapitalisme opkwam. Kijken we naar de geschiedenis van de Cariben (ook Suriname): vanaf de ontdekking van de nieuwe wereld in 1492 kwamen Europeanen ernaartoe met geen ander belang dan rijk worden, over de ruggen van de inheemse volken en niet veel later begon de slavernij die grote gevolgen heeft achtergelaten, ook in de verhouding tussen ‘witten’ en ‘zwarten’. Drie belangrijke oorzaken van de huidige stagnatie van een goede sociale ontwikkeling, noemt Van Lit: armoede, verwaarlozing van de jeugd en gebrek aan goed functioneel leiderschap. Ook hier in Suriname is er nog veel armoede (vaak ook verborgen, schaamte!), men begint gelukkig bewuster te werken tegen de verwaarlozing van de jeugd, maar politiek leiderschap??? Het is erg jammer dat Van Lit Suriname nauwelijks in zijn betoog betrekt, terwijl veel van de thematiek ook hier geldt en er anderzijds vanwege onze onafhankelijkheid ook andere ontwikkelingen zijn.

Hebzucht en arrogantie enerzijds, woede en schaamte anderzijds, zijn kernbegrippen in het boek. Graag had ik gezien dat ook ‘angst’ een duidelijker functie had in het betoog. Hier in ieder geval geldt dat meer dan ‘schaamte’. Het niet openlijk durven praten over zaken die ‘onbehagen’ verwekken, waardoor leidinggevenden hun valse voorkeuren, hun bevoordelen van aanhangers en familie, enzovoort, kunnen doorzetten. Ik denk dat angst de lading beter dekt dan schaamte, waarschijnlijk ook op de eilanden.

Willem van Lit grijpt in zijn betoog terug op veel grote figuren in de filosofie, de wetenschap en de literatuur, het zijn er meer dan honderd, en van sommigen meerdere werken. Hij gaat van de Griekse filosofen Aristoteles en Plato uit. Een mooi betoog van Plato is hoe de goden levende wezens hadden gemaakt en Prometheus en Epimetheus door oppergod Zeus werden aangewezen om mensen en dieren te voorzien van middelen en technieken om te overleven. Dieren kregen hoeven, klauwen, snelheid en nog veel meer, maar de mens werd overgeslagen. Hij moet zichzelf kunnen redden! Ook bij de humanist Erasmus komt hij terecht met diens ‘Lof der zotheid’ uit het begin van de zestiende eeuw, waarin benadrukt wordt dat de mens moet vertrouwen op eigen ratio voor het maken van keuzes en ironie ook een rol gaat spelen. Ook veel moderne filosofen komen aan bod met hun meningen over beschaving, onbehagen, spot en ook zelfspot. Dat laatste is een bezwaar van het boek. Er wordt te veel aan de orde gesteld op het gebied van filosofie, wetenschappen en literatuur. En Van Lit springt ook van de hak op de tak, waardoor het vaak moeilijk is om een lijn vast te houden en de lezer verdwaalt in de chaos. Zijn stijl is vaak ingewikkeld, met veel moeilijke begrippen. Het is goed om de problemen van kleine samenlevingen in de context van de grote wereld en zijn geschiedenis te plaatsen, maar doe het zo dat het steeds weer een helder licht werpt op de thematiek van het gehele betoog. Sympathiek is het dat Van Lit dit zelf ook ziet. Er is zoooveeel materiaal, je hoort hem bijna zuchten: ‘Hoe moet ik dat ordenen?’

Zijn verwijzingen naar Caraïbische schrijvers zoals Boeli van Leeuwen en Aart Broek en theoretici zoals Wim Rutgers en Michiel van Kempen zijn wel helder. Van Kempen noemt ook Albert Helman en Cola Debrot. Helman die laat zien hoe liefdeloos het kolonialisme in Suriname was en hoe dat land met enige goede wil een paradijs kon zijn, en Debrot die zijn droefheid uitte in zijn werk vanwege zijn zich ontheemd voelen.

Er is dus veel interessants te vinden in ‘Cariben, laten we het onmogelijke vragen’, maar het is duidelijk dat de auteur nog erg op zichzelf gericht was in verband met de materie bij het schrijven en niet lezersgericht. Nu is het een boek dat interessant kan zijn voor wetenschappers die op ideeën willen komen. Zoekers dus. Maar dit onderwerp zou voor een gewoon lezerspubliek moeten zijn, die de problemen van hun omgeving herkennen en aangezet worden tot nadenken over hoe er verbetering kan komen. Van Lit heeft het boek in eigen beheer uitgegeven, hoogstwaarschijnlijk zonder een meelezende redacteur. Dat merk je aan de zinsbouw en woordkeus, en de fouten in de taal. De stof is van groot belang. Goed is het dat er aandacht besteed wordt aan de veel positievere ontwikkeling op de Franse Antillen van ‘Négritude naar Antilianité naar Creolité, waardoor de samenlevingen daar veel hechter zijn. En jammer dat Suriname zo weinig aan de orde komt. Misschien een tweede druk, meer gericht op de lezer?

[- Els Moor]

Willem van Lit: ‘Cariben, laten we het onmogelijke vragen’, uitgave in eigen beheer, 2013 ISBN 9789048428335

zondag 10 augustus 2014

In oktober 2014 verschijnt de nieuwe bundel "De nacht is een atelier". Hierin zijn gedichten, aforismen en opstellen over poëzie opgenomen. De flaptekst:



Willem van Lit schrijft voor een kleine kring lezers, maar niet exclusief voor intimi. Dat deed hij eerder ook met drie intrigerende boeken over de Nederlands-Caribische eilanden. Hij heeft de luxe exclusief te publiceren op eigen krediet. U behoort tot die kleine kring en u overweegt bij het lezen van deze regels een bundel poëzie, aforismen en opstellen over poëzie aan te schaffen, die hij in de laatste twaalf jaar heeft geschreven. Poëzie is absolute taal, waarmee je direct de verwondering peilt; het is de sereniteit van de onverwachte beweging. Dat ervaar je zonder dat je daaraan toe hoeft te geven.